Een idyllisch plekje in het Reestdal

Al ongeveer duizend jaar geleden vestigden de eerste Nederlandse boeren zich aan de rand van het riviertje de Reest, op hoge plaatsen of ‘horsten’ tussen de natte hooilanden. Terwijl in Drenthe de beken vaak het uiterlijk hebben alsof er een liniaal langs is gelegd, kronkelt de Reest. Dat komt mede omdat de rivier ook toen al de grens aangaf tussen Drenthe en Overijssel. En aan grenzen kom je niet. De Reest heeft het schilderachtige karakter van een brede beek, een noordelijk overblijfsel van de Overijsselse Vecht uit de oertijd.

Al in 1371 wordt De Havixhorst voor het eerst genoemd als bewoonde plek in het Reestdal. In 1618 volgt de officiële erkenning als havezate. De invloedrijke Drentse familie Van den Clooster wist de hand te leggen op deze vruchtbare benedenloop van de Reest. In 1753 liet Jan Arent Godert de Vos van Steenwijk het oude gebouw afbreken en bouwde het huidige landhuis in de elegante Lodewijk XV-stijl. De adellijke familie De Vos van Steenwijk woonde er bijna driehonderd jaar, van 1658 tot 1939. Het kasteel was nog tot 1963 familiebezit. Daarna kreeg het een paar jaar lang verschillende openbare functies, zoals bejaardentehuis en vakantieoord voor jongeren.

Sinds 1981 is het Drentse Landschap de eigenaar van het pand. In de havezate is inmiddels een hotel en een restaurant gevestigd. En of het nou sneeuwt of dat de zon schijnt, het landgoed is altijd mooi.

Het landgoedbos is vrij de betreden. Een bos hadden de eigenaren vroeger niet alleen voor hun plezier. Een groot deel van de inkomsten werd gehaald uit houtteelt. Aan het begin van de negentiende eeuw lag er om De Havixhorst meer van veertig hectare productiebos. Het liep voorbij de huidige A28 tot aan de Hoogeveensche Vaart. Het volledige landgoed, inclusief de havezate, de bijgebouwen, de bossen en een gracht, is honderd hectare groot.

Een ommetje maken? Loop dan vanaf de toegangsbrug van De Havixhorst, te vinden op Schiphorsterweg 36 in Schiphorst, links langs de gracht. Aan het eind sla je rechtsaf, blijf de gracht volgen. Als gracht naar rechts buigt, volg dan het pad rechtdoor en sla rechtsaf. Je komt vanzelf uit bij De Lokkerij. Dat is een boerderij en heeft eigenlijk niets met ‘lokken’ te maken. Het was de boerderij van familie Lokken en zodoende zo genoemd. Thans is het een ooievaarsbuitenstation, een station dat is opgezet voor het herintroduceren van de ooievaar in Nederland, die in 1979 nagenoeg verdwenen was uit het landschap. Dat de missie gelukt is, zie je in de omgeving. Wie in Meppel komt ziet de dieren veelvuldig. Een attractie op zich. Van 1 mei tot 1 september is het station gratis te bezoeken op zaterdagmiddag van 13.00 – 17.00 uur. Een vrijwillige bijdrage wordt zeer op prijs gesteld.

Lees ook over de landgoederen Dickninge en Voorwijk in het Reestdal. Of maak een wandeling door de regio.

Fotocredits:

Verder zoeken in onze database