Cultuur
Nij Beets ademt socialisme, nog steeds
Een beeld van een veenarbeider, straatnamen, vaarten. Wie de regio Nij Beets binnenkomt, wordt overspoeld met punten die doen herinneren aan vroeger: aan de tijd dat de turfindustrie hoogtij vierde: de negentiende en begin twintigste eeuw. Veenarbeiders lagen er krom om de brandstof te winnen. Het vormde de omgeving, letterlijk en figuurlijk.
Een bijzondere manier om dat te ervaren is door simpelweg rond te rijden over de wegen. Ze liggen vaak meer dan één of twee meter hoger dan de omliggende landerijen. Als je zo’n plek ziet, dan weet je zeker dat je neerkijkt op de plekken waar veen werd afgegraven en waar turf werd gemaakt. Ja, gemaakt. In de regio van Appelscha werd turf gestoken, in Nij Beets werd het veenrijke gebied afgegraven met scheppen, waarna het werd vermengd met water en na het aangestampt te hebben droogde het en werd het turf. Totdat de steenkool rendabeler werd, was dat de belangrijkste brandstof.
De Leppedyk is één van de vele straten die op zo’n verhoging ligt. Als je er overheen rijdt, tref je net buiten de dorpskom aan de linkerkant van de oude weg het Burgemeestersveen. Het is een belangrijke plek voor het dorp. ‘Hier ging de eerste schep de grond in’, zegt Jan Frieswijk. Hij is kenner van de plaatselijke historie en vrijwilliger in It Damshûs, het openluchtmuseum van Nij Beets. Daar is een dorp, zoals het vroeger was, compleet nagebouwd. Er staat onder meer een kerk, een café, een woning van de veenbaas en in elk gebouw mag je een kijkje nemen om te voelen hoe het was in die tijd. Evenals in de vele arbeidershuisjes. Je wordt er ondergedompeld in het rijke verleden. Het nabouwen gebeurde heel nauwkeurig. Zo valt er te zien dat de bedstedes maar klein waren en dat de arbeiders rechtop sliepen. Dat was, volgens hen, beter voor de gezondheid.
Terug naar de Leppedyk. ‘Dit is de plek waar Nij Beets is ontstaan in 1865’, gaat Frieswijk verder. ‘Het dorp is als het ware door het veen ontstaan.’ Leppe ofwel schep verwijst direct naar de historische gebeurtenis, net zoals vele andere straten in het dorp aan het verleden zijn gekoppeld. Zo ligt er bijvoorbeeld de Gieterseweg, vernoemd naar de bevolking van Giethoorn, die naar Nij Beets trok om turf te winnen en de Domela Nieuwenhuisweg, naar de politicus Domela Ferdinand Nieuwenhuis, die opkwam voor de rechten van de straatarme arbeidersgezinnen. Er zijn zoveel punten die aan vroeger doen herinneren dat het hele dorp eigenlijk een soort van openluchtmuseum is.
‘Domela heeft veel betekend voor de inwoners van het dorp. Hij kwam zeven keer naar Nij Beets om te spreken, om de arbeiders een hart onder de riem te steken’, legt Frieswijk uit. ‘Om ze aan te moedigen om voor zichzelf op te komen.’ De politicus was grondlegger van het socialisme (nu onder meer PvdA, GroenLinks en SP). Zijn partij kwam op voor de armen. ‘Er heerste veel armoede in deze omgeving. De arbeiders kregen zwaar onderbetaald en ze werden verplicht spullen en voedsel te kopen in de winkel van de veenbaas. Als zij dat niet deden of betrapt werden met schoeisel of een kledingstuk dat niet bij hem gekocht was, dan volgde ontslag. Gelijke rechten en opkomen voor elkaar, dat was het motto. De regio Nij Beets was een broeinest voor het socialisme. En dat wist Nieuwenhuis. Daarom kwam hij hier.’
Nieuwenhuis riep zijn aanhangers op om in verzet te komen door onder meer te staken. Aan de Tolheksbuurt, waar nu een huisartsenpraktijk is gevestigd, zat destijds een café. Omdat de stakingen vaak spontaan ontstonden, was het een ideale plek om te staken. Op die plek vond dan ook de grootste staking plaats. ‘De marechaussee moest er aan te pas komen om iedereen uit elkaar te drijven’, vertelt Frieswijk. ‘Er is hier wat gebeurd.’ Er staat niet voor niets een levensgrote appèlmeester midden in het dorp. Hij had de taak om iedereen op te trommelen en te verenigen tijdens zo’n opstand in de sociale strijd. Saillant detail: aftredende raadsleden in de gemeente Opsterland krijgen nog altijd een replica van het beeld als aandenken aan de regio.
De veengrond is een voedingsbodem voor het socialisme. Dat was niet alleen toen, maar dat is nu nog steeds zo. De PvdA is er nog steeds het grootst. ‘En de saamhorigheid is hier enorm’, vertelt inwoner Leentje van den Berg. Zij merkt dat niet alleen als vrijwilliger bij It Damshûs: ‘Het verenigingsleven is groot, het barst hier van de vrijwilligers en iedereen houdt een oogje voor elkaar in het zeil. Het sociale aspect is enorm blijven hangen.’ Nij Beets is trots op haar verleden. Een goed voorbeeld daarvan is verneembaar in café De Brêge. Daar hangt een portret van Domela Nieuwenhuis, rechts naast de entree. Vastgelegd in het koopcontract is dat het portret daar te allen tijde moet altijd blijven hangen. ‘Domela Nieuwenhuis verbond mensen en verbindt nog steeds.’
Via vele kaarsrechte en ondiepe sloten werd de turf op een turfbok afgevoerd richting de vrachtschepen in het Polderhoofdkanaal. Via daar werd het eindproduct verspreid over Nederland. De vaart doorkruist het dorp, ligt voor café De Brêge en grenst aan het openluchtmuseum, waar boottickets te boeken zijn en waar de passagier op de boot kan stappen. In het museum vinden gedurende het seizoen tevens diverse demonstraties plaats, bijvoorbeeld van het turf maken of van het oogsten. Boottochtjes zijn er in drie varianten: onder leiding van een gids naar het Sudergemaal, Pier’s Hiem of naar het Tripgemaal in Gersloot, waar tevens een expositie bezocht kan worden. ‘De tochten zijn stuk voor stuk prachtig’, vertelt Van den Berg. ‘Je zit op een open boot. Je begeeft je midden in de natuur en kronkelt door het gebied. Heerlijk.’ De avontuurlijkste van de drie is die naar Pier’s Hiem, waar geluncht wordt. ‘Daar moeten de passagiers plat op de boot liggen als ze onder een bruggetje door varen.’ Elke boottrip duurt gemiddeld een halve dag: perfect om de sociale dag compleet te maken.
Voor meer informatie over de speciale dagen in het openluchtmuseum, arrangementen voor boottochten en openingstijden, neem ook eens een kijkje op www.damshus.nl. Voor meer verhalen over turf, lees dan het verhaal over de Turfroute. Erachter komen hoe en waar veenbazen woonden en waar bijvoorbeeld de turfstrooiselfabriek stond in het Fochteloërveen, lees dan het verhaal over de RAAF-route en over het veen kijk je het mooist uit vanaf uitkijktoren De Zeven.
Fotocredits:
Henk Vondeling
Hier wordt het meeste op gezocht:
Verder zoeken in onze database