Stellingenpad, etappe 10: Donkerbroek – Haulerwijk (28,1km.)
Langste tocht, minste asfalt

Actief

Langste tocht, minste asfalt 

Het Stellingenpad is verkozen tot ‘wandelroute van het jaar 2023’ in de Benelux. Wij liepen alle routes. In dit verslag beschrijven we etappe 10: een route van 28,1 kilometer, van Donkerbroek naar Haulerwijk.

Zul je zien, loop je de langste route van het Stellingenpad, is er voor een groot deel van de dag regen voorspeld. Niks aan te doen. Regenjas aan, paraplu op en gaan. Met ’t Witte Huis aan de linkerhand loop ik over de Herenweg door Donkerbroek. Over de brug over de Opsterlandse Compagnonsvaart, met links, naar mijn idee, het mooiste uitzicht van het dorp: op de Herenwal. 850 meter loop ik rechtdoor, tot aan de Kerkereed. Deze afslag neem ik. Een nog rechter stuk dat het dorp verbindt met de Duurswouderheide.

Via een bospad verken ik de Opsterlandse heide, de Eendenven, Duursma’s Dobbe en de Modderpoel. Het brede wandelpad biedt uitzicht op de pingoruïnes, ronde meertjes, die zijn ontstaan in de ijstijd. De Duurswouderheide is het grootste overgebleven heideveld van de provincie Friesland. Het gebied meet ongeveer 150 hectare. Het maakt deel uit van een bijna 1000 hectare groot aaneengesloten bos- en natuurgebied rond Bakkeveen. En dat is precies waar deze route veelal langs loopt. Te beginnen met een breed pad door een bos met een mosvloer. Wat een prachtige kleuren. Dan een glibberig pad met diepe sporen en soortgelijke plassen. Een groepje schapen stiefelt voorbij. Wat een rust hier op de heide. Maar vooral voor liefhebbers van vennen is het gebied een lust. Het Venebos verbindt de Duurswouderheide met de Slotplaats.

De Slotplaats is een 230 hectare groot landgoed in Bakkeveen. Eeuwenoud is het landgoed, dat werd aangelegd in 1668. Op dat moment bouwde de familie Aylva er een slot, het Blauwhuis genoemd. Het werd afgebroken in 1838, alleen de in 1818 gebouwde slotboerderij bleef over. In 1920 werd het verbouwd tot wat het nu is. Het is inmiddels aangemerkt als Rijksmonument. Er is een restaurant in gevestigd. Op het landgoed bevinden zich rechte, maar ook kronkelpaden. Binnen kom ik via de achterzijde. Via zo’n rechte laan. Zodra er afgebogen wordt, loop ik een bruggetje over richting het hart van het landgoed. Het wordt er steeds natter. Zo nat zelfs dat ik een pad tref dat compleet onder water staat. Tot wel dertig centimeter staat erop. De regen is inmiddels opgehouden, maar dit is wel een serieus probleem. De schoenen reiken niet tot dertig centimeter hoogte.

Langs de rechter zijde van het ‘pad’ is het te dichtbegroeid. Maar links van het originele pad loopt een kronkelpaadje. Deze neem ik. Zalig stemmend kijk ik naar rechts. Het lijkt wel een sloot. De stemming wordt al gauw minder als er voor me ook water opdoemt. Een brede sloot, maar wel voorzien van een bruggetje van stammetjes. Maar wel gladde stammetjes, zonder schors. Ze zien er niet alleen glad uit, ze zijn het ook. En erg instabiel ook. Voor iemand die bang is om te vallen, loop dan een stukje om. Ik waag het erop en houdt gelukkig mijn balans. Zucht. Aan het einde van dit mooie kronkelpaadje, kijk ik nogmaals achterom, naar het waterige pad. Er staat een bordje bij met daarop de tekst: Nattevoetenpad. Ik schiet in de lach. Toepasselijke naam. Het pad bevindt zich op één van de lagere delen van het landgoed en stroomt altijd over bij regenachtige periodes. De route loopt via de zijkant voor het Rijksmonument langs – vergeet niet te kijken naar de mooie, symmetrische tuin – en steekt dan de weg over naar de volgende natuur. Een bos vol giganten dit keer. Wat voel je je klein tussen deze reuzen van bomen. Het gebied waar ik doorheen loop heet de Bakkeveense Duinen. Tweehonderd hectare aan bos, heide en daar tussenin zandverstuivingen. De zandverstuivingen zijn de volgende halte. Ze steken mooi af tussen het bos en de heide.

In het Mandefjild loop ik ineens een ‘holle weg’ in. Het betreft een oeroud pad, een eeuwenoude verbindingsroute tussen Drenthe en Friesland dat door de miljoenen voetstappen en karrensporen is uitgesleten, uitgehold. Op deze plek liepen handelaren, marskramers, bodes en struikrovers en nu ik. Het was het enige pad in de wijde omgeving met een stevige ondergrond. De rest van het gebied was slecht begaanbaar vanwege het hoogveen, dus liep iedereen hier langs. En dat is te zien. Dat hij hol is, is een understatement. Op sommige plekken ligt het pad wel anderhalve meter lager dan de omgeving. Veel dieper zal het niet meer worden, omdat het al is uitgesleten tot aan de leemlaag.

Leuk feitje: bij Allardsoog ligt het punt waar de drie provincies Friesland, Drenthe en Groningen elkaar ontmoeten. Omdat de route een klein stukje door Groningen loopt, is dat de vijfde provincie waar ik doorheen loop. Al eerder liep ik ook door Overijssel en een stukje door Flevoland.

De routemaker deed tijdens het aanleggen van dit pad echt zijn of haar best om zo weinig mogelijk over verharde ontsluitingswegen te lopen, zelfs niet op plekken waar je het juist wel verwacht. Tussen landerijen door, over kavelpaden, parallel aan een weg, maar niet over het asfalt. Erg prettig loopt het. Dat maakt deze route extra mooi en leuk. Natuurlijk. Kleine wandelpaden door bosranden leiden mij naar Haulerwijk. En ook daar, in het dorp, is slechts een paar honderd meter verhard.

Op naar het Blauwe Bos. Mooi om te weten dat dit bos, 300 hectare groot inmiddels, is ontstaan door een particulier initiatief. Het is 20 maart 1896 als Pieter Kok en zijn vrouw Jantje Bron een herberg kopen in Haulerwijk. Het Bruine Paard, heet het. In 1912 neemt hun zoon Lambertus het over. Hetzelfde jaar trouwt hij met Grietje Wijchman. Samen kopen ze in de jaren dertig ten zuidwesten van Haulerwijk zo’n zeventien hectare grond en lieten er een huis bouwen. Rondom de woning plantten zij bomen. Veel bomen. Het geldt als de start van het Blauwe Bos.

Blauwachtige sparren, die in het meest oostelijke deel van het gebied voorkomen, gaven het inmiddels veel grotere boscomplex in de driehoek Haule, Waskemeer en Haulerwijk de naam Blauwe Bos. Midden in het bos, aan de rand van een heideveld, is een begraafplaats te vinden. Het is het graf van Lambertus Kok en zijn vrouw, Grietje Wijchman.

De route eindigt op de parkeerplaats aan de Tonckensweg. En dan zie ik dat deze etappe goed was voor de stappenteller: 34.844 stappen.

Lees ook etappe 9, van Oldeberkoop naar Donkerbroek en etappe 11, van Haulerwijk naar Westervelde. En ontdek onze wandelpagina.

Fotocredits:

Henk Vondeling

Verder zoeken in onze database