Stellingenpad, etappe 3: Havelte – Giethoorn (20,6km.)
Onderloopgebieden, vennen en vaarten. Water, waar je ook kijkt

Actief

Onderloopgebieden, vennen en vaarten. Water, waar je ook kijkt 

Het Stellingenpad is verkozen tot ‘wandelroute van het jaar 2023’ in de Benelux. In dit verhaal beschrijven wij etappe 3: een route van 20,6 kilometer, van Havelte naar Giethoorn.

Veel natuur, veel cultuurhistorie. Daar staat het startpunt, het Holtingerveld, om bekend. We beginnen met een klim, de Havelterberg op. Het lijkt een hele trap, maar verdeeld over ongeveer honderd meter liggen er maar weinig treden. 23 stuks zijn het er. Na de laatste keer ik me om voor een mooi uitzicht over het natuurgebied. Ik sta bovenop een stuwwal. Gevormd is hij door een gletsjertong die er langer dan 150.000 jaar geleden lag. In de verte hunebedden D53 en D54. 5500 jaar oud, naar schatting. Het geeft een prachtig gezicht met de heidevelden op de achtergrond.

Tijdens de route op de Havelterberg kom ik voornamelijk elementen tegen die herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. Bomkraters, bijvoorbeeld. Je loopt er tussendoor. Sommige zijn wel vijf meter in doorsnede. Het was de bedoeling om ze op de verderop geleden start- en landingsbaan voor vliegtuigen te gooien. Ook ligt er naast de schaapskooi een oud goederenspoorlijntje, die ik overigens tijdens deze route niet te zien krijg. Er werden tijdens de oorlog grote hoeveelheden zand afgegraven en afgevoerd met deze goederentreintjes. Het zand werd gebruikt om het vliegveld te egaliseren. De dieper afgegraven grond levert bijzondere planten op. Op de start- en landingsbaan vind je ‘s zomers allerlei orchideeën. De rails is blijven liggen en weer opgegraven. Daarover rijden nog steeds wagons, waar de bezoekers zelf in mogen plaatsnemen en zij dienen het voertuig zelf, trappend, voort te bewegen.

Aan de andere kant van de N353 ligt het natuurgebied Kamperzand en het militaire oefenterrein. Een groot bord waarschuwt me voor een levensgevaarlijk gebied. ‘Het hier achtergelegen terrein is levensgevaarlijk wegens het werpen van scherpe handgranaten wanneer de rode vlag is geplaatst’, valt er te lezen. Geen rode vlag te zien. Ik neem even een kijkje over het heuveltje, maar zie niets bijzonders. Niets anders dan aan deze zijde van het bord. De achtertuin van de Johannes Postkazerne is mooi, maar toch loop ik maar door. Het mooie natuurgebied wordt verlaten. Steenwijk komt in zicht. Wie een deeltocht maakt – de route is in tweeën te delen – loopt het stadcentrum in naar het eindpunt. Ik wandel een piepklein stukje door de wijk Kornputkwartier, waarna ik via het bedelaarspad het vestingstadje weer verlaat.

Na Onna maak ik voor het eerst tijdens het Stellingenpad kennis met het rietsnijden. In het landelijke gebied is de stilte mijn grootste metgezel. Vooral het drie kilometer lange graspad langs de kronkelende Stouwsloot. Wat een weidsheid. Deze stouwsloot is precies op de grens van Drenthe en Overijssel gegraven. Onderweg passeer ik de zandwinput Onna, de plek waar veel riet net gesneden is. De pakketten riet liggen klaar om opgehaald te worden. Aan het einde van de Stouwsloot ligt nog veel meer en hoe dichterbij Nationaal Park Weerribben-Wieden ik kom, hoe groter de rietbulten.

En dan staat hij er ineens: het welkomstbord van het nationale park. De Weerribben, de naam zegt het al, is een natuurgebied dat vol ligt met ribben. Smalle stroken land en water naast elkaar. Het is gevormd door grootschalige turfwinning. Vanaf de Middeleeuwen werd het veen omhoog getrokken uit trekgaten, ‘weeren’ genaamd. Op de smalle akkers, de ‘ribben’, werd het turf gedroogd. Dat het er nat is is een understatement. Waar je ook kijkt, water. Onderloopgebieden, vennen en vaarten. Heerlijk. Na het bos van het Drents-Friese Wold tijdens etappe 1, de historie van de koloniën tijdens etappe 2 nu weer een totaal ander landschap. Laagveenmoerassen.

Her en der staan wat Amerikaanse windmolentjes in het land. Met enige regelmaat moet ik een bruggetje over. Denk bij dit landschap aan knotwilgen aan een diep uitgesleten zandpad en verderop treurwilgen waarvan de takken in het water hangen. In de verte ligt het meer Bovenwijde. Het is ontstaan doordat bij de vervening de trekgaten te breed zijn gemaakt en de tussenliggende legakkers te smal waren. Bij stormen brokkelden de legakkers langzaam af tot een meer ontstond. Een ondiep meer, want het Bovenwijde is een meter diep. Stap gerust even uit je bootje over boord. Het geeft een mooie effect zo staan op de bodem midden in een meer. Haal dit grapje niet uit in het uiterste zuiden van het meer, daar is het wel diep.

Langzaamaan schuifel ik richting Giethoorn. Het pittoreske Venetië van het Noorden. Evenals de ‘drijvende’ stad bestaat Giethoorn uit veel eilandjes. Het dorp bestaat voornamelijk uit vaarwegen en wandelpaden en veel bruggetjes en vlonders. We weten het allemaal: Giethoorn is enorm populair bij buitenlandse toeristen. En geloof het of niet, ook nu, midden in de winter, komen we een paar Chinezen tegen. Maar het is heerlijk wandelen door het dorp. Waar je normaal over de koppen kunt lopen, is het Binnenpad nu zo goed als leeg. Het krioelt evenmin van de bootjes. We kunnen fotograferen zonder dat iemand het beeld verstoort. Heel eerlijk: Giethoorn en het eerste stuk van deze etappe maken de route.

Lees ook over etappe 2 en etappe 4 of het algemene verhaal over het Stellingenpad.  Ontdek ook onze wandelpagina.

Fotocredits:

Henk Vondeling

Verder zoeken in onze database