Stellingenpad, etappe 8: Wolvega – Oldeberkoop (23,8km.)
De kunst in het landschap of het landschap in de kunst?

Actief

De kunst in het landschap of het landschap in de kunst? 

Het Stellingenpad is verkozen tot ‘wandelroute van het jaar 2023’ in de Benelux. In dit verslag beschrijven we etappe 8: een route van 23,8 kilometer, van Wolvega naar Oldeberkoop.

Er ligt weer een pareltje op mij te wachten. Met een strak blauwe hemel stap ik zo de Lendevallei binnen. Het is er, voor een woensdagochtend, best druk. Eenden zijn in overleg over de beste plek om te zonnen vandaag. Een reiger wacht op zijn ontbijt. En een vader op een bakfiets rijdt voorbij. Zijn tweeling zit voorin. Ze mogen straks spelen in de natuur. De jongens kijken over de rand met hun vader mee. Zijn ze er al bijna? Goedemorgen, klinkt het. Via het Lindepad kronkel ik, net als hen, met de Lende mee. Het Lindepad werd in 2022 opgeleverd. En het resultaat mag er zijn. Het loopt vlak langs de waterkant en biedt tevens mooie plekjes om te rusten. Daarom is het hier natuurlijk zo druk. De inwoners van de omliggende dorpjes laten massaal hun auto staan en gaan binnendoor, op de fiets. Slim. De Catskieker laat nog meer drukte zien. Deze vogelkijkhut biedt uitzicht op de Catspoolder. Harde cijfers: vogelspotters zagen er deze dag om precies te zijn vijftien soorten vogels, waaronder een buizerd, een tjiftjaf en wel twintig oeverzwaluwen.

Een dikke steen markeert de afslag naar Steggerda. Deze steen, kei eigenlijk, lag 150.000 jaar geleden nog in Zweden. Kun je het je voorstellen? Het is meegenomen door de gletsjer, die het Lendedal heeft uitgesleten. Wegen doet de steen 17.100 kilo’s en naar schatting is hij 1400 miljoen jaar oud. Ik moet eerlijk zeggen: ik zag wel eens mindere markeringen. Ga erop staan en je ziet in de verte het kerkje van Peperga staan. In dat kerkje preekte de vader van Peter Stuyvesant – de stichter van New York – in het jaar 1611. Deze kerk bezoek ik vandaag niet. De route volgt de Lende nog even. Naar een oud molentje aan de linker hand. Daar heb ik meer van gezien tijdens het Stellingenpad, maar nooit zo roestig. En nooit met zulke windvangers. Ze hangen er verloren bij, ze kunnen elk moment naar beneden vallen. Het molentje van Tolman, naar de vroegere Europarlementariër, Teun Tolman, heeft betere tijden gekend. Tolman had hier ooit grond in eigendom. Het molentje laat zien hoe lang geleden dat is. Nog een klein stukje volg ik het Lindepad, tot ik toch naar het zuidelijke deel van de vallei wordt geleid. Tweehonderd meter verderop staat een monument voor Rinny Siemonsma, een kunstschilder uit De Blesse. Hij zat graag op deze plek of elders in de vallei om schilderijen te maken van het natuurgebied. Dat kun je je op zo’n prachtige dag zeker voorstellen. Schildersezel mee en, waarschijnlijk ook op de fiets, op zoek naar de mooiere plekjes van Weststellingwerf, tussen het riet.

Het zogenoemde Kuierpaad laat daarna een erg stil gebied zien. Dwars door de landerijen, over een grote brug en weer terug naar het Lindepad. Vanaf daar loop ik door naar de Kontermansbrug. Dit is voor mij een bekende plek. We gaan terug naar het jaar 1997 toen ik hier met mijn vader de Kontermanstocht schaatste. Vandaag zijn we hier weer samen, maar nu te voet. Via een wandelpad volgt een doorsteek naar De Hoeve met ’t Olde Café op de hoek en een kerkje, waar al sinds 2005 geen diensten meer worden gehouden, iets verderop. Het is een woning tegenwoordig. Waarschijnlijk de meest gefotografeerde ‘hoeve’ van De Hoeve.

Er zijn hier weinig wandelpaden, dus wordt De Jokweg het pad dat gevolgd wordt. Druk is het er niet. Scholieren op de fiets gaan op huis aan. ,,Goedemiddag”, zeggen ze. Voor nummer 59 staat een mooie picknicktafel. Het kijkt uit over de landerijen en er staat ook nog eens een tuinhuisje. Op dit zogenoemde rustpunt zijn eieren, koeken, koppen koffie of thee en frisdranken te verkrijgen. Maar je eigen proviand mag je er ook nuttigen.

Het volgende station heet de Meenthe. Ik gebruik de oprit van het natuurkampeerterrein van Nivon als entree van het bos. Tot 1976 was deze plek ingericht als zwemplaats van Noordwolde. Iets verderop, vlak naast het kampeerterrein staat, als je het mij vraagt, de mooiste accommodatie. Een boomhut. Diverse raampjes erin. De takken steken aan alle kanten door de muren van het huisje. Prachtig.

De Meenthe werd vroeger bebouwd. Door armoede gedreven bouwden mensen er hutjes midden in de nacht. De afspraak destijds was: als de schoorsteen in de ochtend rookte, moesten de eigenaren van de heide de hut laten staan. Rond het jaar 1900 werd het allemaal wat formeler geregeld.

Het valt meteen op dat er in de Meenthe gigantische percelen gekapt worden. Niet her en der een boompje, er ontstaan open velden. Het brengt variatie, dat is een ding dat zeker is. Het maakt het mooi en open. Aan de rechter hand passeer ik het Rode Dorp. Rood, omdat de dakpannen rood zijn. Geen grap. De tweeëntwintig woningen aan deze straat zijn stuk voor stuk gemeentelijke monumenten, omdat deze huizen onderdeel zijn van een bouwproject uit 1920 van de Stichting tot Verbetering van de Volkswoningbouw. De plaggenhutten in en rond het gebied werden zo vervangen voor deze woningen.

Via Zandhuizen loop ik via een heideveld, de Bekhofweg en de Bekhofplas, waar een vader en zoon zich net installeren om te gaan vissen, naar de Bekhofschans. Wederom zo’n schilderachtige plek aan de Lende. Het verdedigingswerk was tijdens de Tachtigjarige Oorlog onderdeel van de Friese Waterlinie. Van grote cultuurhistorische waarde voor Friesland.

Het eindpunt van de route komt in zicht zodra de eerste stap wordt gezet in het Koepelbosch in Oldeberkoop. Slingerpaadjes, sierlijke prieeltjes op heuvels en even elegante bruggetjes over waterpartijen die vijvers met elkaar verbinden. Het klinkt niet alleen sprookjesachtig, dat is het ook in de parkbossen van Oldeberkoop. Het bos wordt toegeschreven aan Lucas Pieter Roodbaard (1782 – 1851). Hij was tuinarchitect en maakte tekeningen voor parken en buitenplaatsen, voor tuinen bij staten en stinzen. En dat deed hij voornamelijk in de noordelijke drie provincies. Ongeveer vijftig van zijn werken zijn bekend en bewaard gebleven, waaronder het Koepelbosch. Het bos staat vol met kunst. Kunstwerken staan op goed uitgekozen plaatsen. Deze werken zijn niet meer weg te denken uit het parkbos. In 2020 opende er zelfs de Parkbossen Kunstroute, een route vol gedoneerde, verweesde of in opdracht gemaakte beelden. Deze route loopt ook door Molenbosch 1 en 2.

Ik passeer ‘De Elandlinde’. Het is een verweesd beeld. Het is een beeld van Trudi van der Berg en gemaakt in 1990. Het beeld bestaat uit drie elementen met elandgeweien die tezamen een in het midden groeiende linde ondersteunen. Het beeld past goed in deze omgeving, omdat achter het Koepelbosch een elandgewei is gevonden. Eindigen doet de route in het centrum van Oldeberkoop.

Lees ook etappe 7, van Ossenzijl naar Wolvega en etappe 9, van Oldeberkoop naar Donkerbroek. En ontdek onze wandelpagina.

Fotocredits:

Henk Vondeling

Verder zoeken in onze database